Tentoonstelling “Kerststallen uit Oost-Europa” in het Oudheidkundig Streekmuseum te Alphen N.B.
Voor het 3e jaar verandert het museum in ‘één grote kerststal’.
Timothy Bottema, voorzitter van ‘Vrienden van de kerstgroep Nederland’, uit Veenendaal exposeert een gedeelte (ong. 100) van haar verzameling kerststallen.
Alle stallen / groepen komen uit Oost-Europa (landen vanachter het oude IJzeren Gordijn).
Kersttradities in Oost-Europa zijn anders dan bij ons.
Door de monniken is in de Middeleeuwen de kerstgroep in heel Europa verspreid en zo ook in Oost-Europa terecht gekomen.
Ieder land in Oost-Europa kent zo zijn eigen Kersttraditie.
In Rusland en andere Oosters-orthodoxe landen in Oost-Europa heeft men in plaats van de kerstman Vadertje Winter, die in de tweede helft van de twintigste eeuw gelijk is gemaakt aan de "coca-colakerstman". Oorspronkelijk werd Vadertje Winter door de communistische overheden verspreid als atheïstisch folkloristisch alternatief voor de orthodoxe kerstviering. Ook wordt Kerstmis daar 13 dagen later gevierd, omdat in Rusland tot 1917 in plaats van de Gregoriaanse de Juliaanse kalender werd gebruikt. De Juliaanse kalender bepaalt nog altijd het Russische kerkelijk jaar.
In Rusland bereidde men al in de 19e eeuw peperkoeken die personages, damherten, hanen en katten voorstelden (uit in hout uitgesneden bakvormen).
Met Kerstmis werden met suiker versierde peperkoeken in de kerstboom gehangen zodat er een heerlijke geur in de woonkamer hing.
Vandaag de dag zijn er heel wat kleinere, ronde met glazuursuiker opgemaakte koeken die men weggeeft en daarna nog steeds in de kerstboom hangt.Niet alleen met Kerstmis maar ook op andere feesten bijv. bij huwelijkfeesten eten de Russen peperkoek.
Een Russische peperkoek die in heel Oost-Europa bekend is en die de invloed onderging van de Byzantijnse en Noordse culinaire tradities
De mensen vasten de dag voor Kerstmis, zodat het kerstmaal extra goed smaakt. Men gaat aan tafel als de eerste ster aan de hemel verschijnt en er wordt bij het diner 1 stoel vrijgelaten voor het kerstkind.
In Polen legt men stro op de vloer en op tafel als herinnering aan de stal van Bethlehem. Er wordt “optalek” (een plat brood waarin kerstfiguren zijn gedrukt) gegeten. Het brood gaat rond zodat iedereen een stukje af kan breken. Wie niet thuis is, krijgt een stukje opgestuurd.
In Rusland worden de cadeautjes gebracht door Baboesjka (van die poppetjes, ja). Het verhaal gaat dat Baboesjka(grootmoeder) drie rijk geklede reizigers onderdak, eten en een warm bed gaf. Achteraf bleken het de drie wijzen te zijn die onderweg waren naar Bethlehem. Baboesjka ging hen achterna met een mand zwart brood en cadeautjes voor het kindje. Toen zij daar aankwam was iedereen echter al vertrokken. Ze legde haar giften in de kribbe en ging terug naar huis, waar zij al snel door engelen werd gehaald.
In het Ertsgebergte, in het oude Oost-Duitsland, was al voor de onderdrukking een levende traditie te vinden in het vervaardigen van kerstgroepen.
De mannen die werkzaam waren in de ertsmijnen besteedden de lange winteravonden vaak aan houtbewerken. Hun vrouwen vermaakten zich met kantklossen en ander handwerk.
Gelukkig is na de “Wende” die traditie weer nieuw leven ingeblazen. Bekend is natuurlijk het houtsnijden en het houtdraaierswerk. Zeer typerend zijn hier de piramiden, met enkele etages, waarbij op het onderste plateau kaarshouders staan. Door de opstijgende warmte van de kaarsen wordt een vleugelrad in beweging gezet, waardoor de onderliggende etages met de H. familie, de 3 koningen en engelenschaar gaan draaien.
Ook kan een kerstgroep geplaatst worden in een “Schwibbogen” een grote houten boog, die de ingang van de ertsmijn symboliseert. Op de bovenkant worden vaak kaarsen of lichtjes aangebracht en voor de ramen van de huizen geplaatst. Zo worden hele dorpen verlicht in de adventstijd.
Oekraïners zetten in de hoek van een kamer een bundel graan, die het geloof in het leven, de familie, de overledenen, de toekomstige generaties en de vruchtbaarheid van het land vertegenwoordigt.
Ook eet men op kerstavond geen vlees en melk. Daar gebeurt dit uit respect voor de dieren waar ze al het hele jaar door van profiteren.
In Polen laat men bij het eten een stoel onbezet voor de geest van een overleden familielid of voor de heilige geest. Een even aantal borden op tafel wordt vermeden, want dat brengt ongeluk.
Belangrijk is ook dat iedereen gelijktijdig de eettafel verlaat. Als iemand eerder opstaat, dan sterft hij vóór de volgende kerstavond……
De Poolse stad Krakau kent een traditie: zelf een szopka (kerststal, kribbe) bouwen.
De eerste donderdag van december, wordt de Rynek Glówny, het oude vierkante stadsplein, omgetoverd in een ‘kunstwedstrijd’; het levend houden van een folkloristische (Middeleeuwse?) traditie die dateert van honderden jaren terug. Elk jaar wedijveren hele families, scholen e.a. met elkaar om de mooiste kleurrijke zelfgebouwde szopka.
In de 19de eeuw mochten de kerststallen in Krakau niet meer in de kerk staan. Er stonden te veel volkse figuren in de kerststal. Zo kwam de kerststal buiten de kerk te staan en kreeg de kribbe daardoor als achtergrond een kerkfacade met drie torens, geïnspireerd op de Krakause gebouwen van die tijd. Deze kerststallen worden szopka’s genoemd.
Oorspronkelijk maakten ambachtsmannen rijkelijk versierde exemplaren met alles erop en eraan voor de rijke inwoners van de stad. De traditionele wedstrijd herstart in 1937, gestopt tijdens de oorlogsjaren en keert terug in 1946.
Die szopka’s worden enkele dagen uitgestald bij de Kosciół Mariacki (heilige maagd Maria-kerk). In de szopka’s verwerken ze vele elementen van gebouwen uit Krakau. Vaak zijn de torens van de Maria-kerk te herkennen of de gouden koepel van de kathedraal op de Wawel. En de drakengrot is er ook vaak in te zien.
Deze szopka’s, vaak met meerdere verdiepingen, zijn rijkelijk versierd, vervaardigd van papier, zilver en goud folies, karton, lint, stukjes plastic en faux juwelen. Een typisch heldere en vrolijke zsopka is een integratie van de kribbe en de stad. Ze variëren in grootte van klein, passend in een luciferdoosje, tot enkele meters hoog.
Na de jurering worden de mooiste szopka’s, de winnaars, in het Etnografisch Museum uitgestald.
De rest mag verkocht worden op de bekende kleurrijke markt.
http://www.youtube.com/watch?v=qfYj74I1DSs
Enkele prachtige szopka’s zijn gratis te bewonderen in ons Oudheidkundig Streekmuseum aan de Baarleseweg 1.
U bent welkom op de gratis tentoonstelling:
zondag 9, 16, 23 en 30 december;
dinsdag 25 en woensdag 26 december (Kerstmis) en zondag 6 januari; telkens van 12.00 tot 16.30 uur.
Elke dinsdagmorgen van 10.00 tot 12.00 uur en donderdagmiddag van 13.30 tot 16.30 uur.
Op afspraak: 013-5081991.
Ook in de Willibrorduskerk in Alphen staat voor de 14e keer een tentoonstelling “Traditionele Kerststallen allerlei”.
Te bezoeken op:
zondag 16, 23 en 30 december;
woensdag 26 december (Kerstmis) en
zondag 6 januari; telkens van 13.00 tot 16.00 uur.
Beide kerststallententoonstellingen zijn gratis entree!
Wellicht kunt u deze twee exposities op dezelfde dag bezoeken.
U bent van harte welkom en ……….. de koffie staat desgewenst klaar.
Tot dan, Toon Timmermans.