25 april 2019
Robinson Crusoë 300 jaar jong
Verzamelaar worden van het Robinson Crusoë-boek
Ik ben 10 jaar en zit bij meester Huub Storm in de 5e klas van de St. Norbertus lagere school in ons dorp.
Sinterklaas 1955, de volgende dag.
Op de tafel in de keuken van onze Brabantse boerderij heeft Sinterklaas vannacht het boek ‘Robinson Crusoë’ van Daniel Defoe ‘gereden’, zoals we dat in Brabant zeggen.
‘Robinson Crusoë’ uit de serie OUD GOUD, deel XVI, verhalen uit vroeger tijden opnieuw aan Neerlands jeugd verteld door P. de Zeeuw J.Gzn.
Robinson Crusoë door dr. G.S. Jolmers met omslag en platen van A.J. van ’t Hoff, zevende druk, ’s-Gravenhage – Djakarta, G.B. van Goor Zonen’s Uitgeversmaatschappij N.V.
Een boek dat grote gevolgen zal krijgen!
Als kind heb ik het boek meerdere keren gelezen; vervolgens goed bewaard tussen andere kinderboeken.
Op latere leeftijd, werkzaam zijnde in het onderwijs, heb ik op de hooizolder van onze boerderij, waar ik ben blijven wonen, met oude planken een ‘museumpje’ getimmerd waarin ik oude afgedankte schoolboeken ten toon stelde.
Jaren later een zomerse woensdagmiddag; ik was aan het rommelen in mijn ‘museumpje’ en kom ‘Robinson Crusoë’ tegen. Liggend op de zoldervloer heb ik in één adem het boek voor de zoveelste keer ‘verslonden’. En dan ben je een vent van ong. veertig jaar.
En toen begon het!
Enkele weken later liep ik in Tilburg een antiquariaat binnen, zag daar een Robinson Crusoë liggen en ……… nog één. Ik kocht ze allebei en het Robinsonverzamel-virus besmette me.
Rommel / vlooienmarkten, antiquariaten e.d. kregen een bezoek van mij; op zoek naar een Robinson. Na een vakantie thuis komen zonder een Robinson, oud of nieuw, was bijna onmogelijk.
Gelukkig heb ik het verzamelvirus onder controle gekregen; je gaat immers je financiële grenzen ook verleggen. Momenteel een keertje op internet kijken of er ergens nog een bijzondere Robinson in de ‘aanbieding’ is.
Daniel Defoe: schrijver, koopman, journalist, pamflettist, letterkundige………
Daniel Defoe, geboren als Daniel Foe in 1660; rond 1695 verandert Foe in Defoe. Hij is de eerste zoon van de Presbyte-riaanse slager James Foe die in de armoedige wijk St. Giles, Cripplegate zijn winkel heeft en Daniel (10 jaar oud) na de dood van zijn vrouw Mary, naar een school van de afgescheiden gemeente in Stoke Newington stuurt. Daniel krijgt hier geen Latijnse opvoeding maar geniet van de mooie Engelse taal.
Na zijn schooltijd komt hij in de leer bij een kousenkoopman doch al snel wordt hij koopman / handelaar in ondergoed, wijn, dakpannen, stenen enz. wat ook leidde tot faillissementen.
Door zijn interesse in de politiek o.a. de godsdiensttwisten, geeft hij hekelende pamfletten uit, vooral gericht tegen de vijanden van de Protestantse (Oranje) koning Willem. Die is vol lof over hem maar na zijn dood wordt Defoe in 1703 beboet en uiteindelijk aan de schandpaal genageld, van 29 tot 31 juli.
Echter het volk kiest voor hem; na een jaar gevangenisstraf wordt hij vrijgelaten en gaat uiteindelijk terug naar zijn landhuis in Stoke Newington, een somber gebouw met dikke muren, veel deuren met massieve grendels, diepe vensterbanken en vreemde kasten……
Wel de plek om voldoende brood voor zijn vrouw en 6 kinderen op de plank te krijgen door letterkundig werk af te leveren.
Alexander Selkirk
In 1709 werd een half verwilderde onverstaanbare Schotse zeeman, Alexander Selkirk, gered van het onbewoonde eiland Juan Fernandez voor de Chileense kust.
Hij was daar na een ruzie met de kapitein van het schip Cinque Ports afgezet en had vier jaar en vier maanden in de eenzaamheid doorgebracht.
Maar in Londen werd hij een publieke held. Defoe ontmoette hem en hij kwam op het idee om de avonturen van Selkirk te gebruiken voor een authentiek boek. Dus ‘zijn held’ leefde 50 jaar vroeger, geen Schot maar een Engelsman uit York.
Een oud klasgenoot van Daniel heette Timothy Crusoë en Robinson was een veel gebruikte voornaam in Yorkshire. Zo is de naam Robinson Crusoë ontstaan.
Defoe koos voor ‘zijn held’ een eiland in de Archipel voor de monding van de Orinoco maar het lijkt veel op Juan Fernan-dez van Alexander Sel-kirk.
Zijn uitgever Taylor zei na de titelpresentatie door Defoe dat het een boek van ongeveer 350 pagina’s moest worden. En op zaterdag 25 april 1719 verscheen het. Een tophit van de 59-jarige Defoe, editie op editie voor de overblufte lezers uit de lage en middenklasse.
Al een paar maanden na het eerste deel verschijnt een tweede deel ‘De verdere avonturen van Robinson Crusoë’ waarin Robinson Crusoe terugkeert naar zijn eiland dat gekoloniseerd is, moet vechten met kannibalen, de achtergebleven Engelse muiters en maakt reizen naar Madagaskar, China en Indië. Wederom succesvol. Gevolg deel drie met veel wijsgerige en politieke beschouwingen. Echter weinig bereik bij de lezers; was het wel waar dat verhaal? Over die Crusoë-hype!!!
Defoe bleef maar schrijven, ‘The Fortunes and Misfortunes of Molle Flandres’ en vele andere boekwerken. Echter door zijn speculatief leven arm geworden, verborg hij zich in de obscure buurt St. Giles, Cripplegate waar hij geboren was en sliep op de late avond van 24 of 25 april 1731 kalmpjes in. Begraven op het kerkhof der afgescheidenen in Bunhill Fields met een eenvoudige grafsteen die in 1858 door een blikseminslag in tweeën wordt gespleten. De natuur laat het graf verdwijnen totdat een weekblad een inzamelingsactie (kinderen gaven sixpence van hun spaargeld) voor een grafmonument houdt.
Bij het uitgraven voor de granieten obelisk werd de kist geraakt en viel uit elkaar. De kijklustigen vochten om een ‘aandenken’ van de grote schrijver. Zelfs in zijn graf werd Daniel Defoe niet met rust gelaten.
Varianten / robinsonades
Diverse variaties op het bekende thema zien het licht, robinsonades zoals Hollandse Robinsons, twaalfjarige Robinsons, Robinson op de Noordpool en vele andere. Saaie boeken…….?
Beïnvloed door ‘Emile’ van Jean-Jacques Rousseau (die vond het boek Robinson Crusoë goed voor de opvoeding van het kind) schrijft in 1779-1780 Joachim Heinrich Campe ‘Robinson der Jüngere’. Een opvoedkundige vader vertelt het verhaal aan zijn kinderen. Een nobel idee van Campe maar vergeleken met het origineel is het erg zoetsappig.
In 1812 verschijnt ‘De Zwitserse familie Robinson’ van Johann Rudolph Wyss waarin een domineesgezin aanspoelt op een eiland. Campe op locatie!
Ook Jules Verne met zijn ‘Het geheimzinnige eiland’, 1874-75, of ‘Een leerschool voor Robinsons’ passen in dit rijtje schipbreuk- en eilandverhalen.
In de 20e eeuw verschijnt o.a. ‘Vrijdag of het andere eiland’ van Michel Tournier en duidt op Robinsons seksualiteit; hij paart met het eiland.
Zo zijn er nog veel meer varianten.
Collectie
De collectie bestaat nu uit meer dan 1600 Robinsons in 46 verschillende talen, van Arabisch, Esperanto, Grieks, Mace-donisch, Turks, IJslands en …… tot Zweeds. Daarnaast een groot aantal varianten van het bekende verhaal bijv. ‘De Friese Robinson Crusoë’, ‘De Zwitserse familie Robínson’, enz. die ik vroeger ook nog verzamelde. Tot slot een 300 curiositeiten: beeldjes, blikken, LP’s, cassettes, bordjes, bekers, filmpjes, plaatjes, etuis, etc.; teveel om op te noemen.
Kortom, kleurrijke Robinsons in allerlei vormen en maten; uitgaven voor kinderen en volwassenen.
Waar een eenvoudig jongensboek toe kan leiden……
Met gepaste trots bezit ik tweemaal de uitgave van J. Allart en D. Vis, te Amsterdam en Rotterdam, 1791.
Het is een nieuwe verbeterde uitgave uit het ‘Engelsch vertaald en met nieuwe plaaten, benevens een nette kaart van zijne omzwervinge verrijkt’, bestaande uit 3 volumes in 8vo-formaat.
De ene in eigentijdse halfleren band met vergulde rug en zwarte rugschildjes; de andere met een dunne kartonnen blanke voor- en achterkantkaft en een bruinachtige rug.
Het is de vierde editie maar de eerste in deze nieuwe vertaling die in het Nederlands verscheen en bevat naast ‘The Strange Surprising Adventures of Robinson Crusoë’ ook ‘The Farther Adventures’, dus geen ‘Serious Reflections’.
De populaire eigenzinnige tekenaar / graveur Reiner Vinkeles, 1741-1816, vervaardigde 17 illustraties en frontispiece (hele pagina’s).
Opvallend zijn de niet gesneden bladzijden en aan het einde van het derde deel bevat het een ‘Bericht voor den Binder’ hoe en waar alles geplaatst moet worden.
De namen van de vertalers in de voorgaande drie edities zijn onbekend.
Een typische robinsonade is ‘Een Friesche Robinson Crusoë ± 1850’. Geschreven door T. Bokma; geïllustreerd door Wam Heskes en uitgegeven door P. Noordhoff N.V. in Groningen, 1930, in de serie Vrij en Blij, leesboekjes voor de christelijke scholen, vijfde leerjaar. Prijs f 0,65.
Al lezende ervaar je duidelijk de christelijke toon in het boek. Ook een Vrijdag-figuur, genaamd Zabi, de boottocht, een grot, alleen zijn, bevrijd enz. doen denken aan de echte Robinson Crusoë.
Een prachtige Engelse uitgave voor kinderen is die van Westminster Books, getekend en geproduceerd door Artia voor Bancroft & Co, Londen. Geen saai rechthoekig boekwerk maar op de voorkaft een doorkijkvenster waar je Robinson ziet en met een papegaaivormig uitgesneden rand. Een duidelijk geschreven taal voor de kinderen, verfraaid met geweldige afbeeldingen en tot slot een mooie dimensionale pop-up als ‘beloning’.
Eveneens een mooie pop-up uitgave in de collectie Tio Vivo, uitgegeven door Ediciones Rola S.R.L. uit Buenos Aires (Argentinië).
Kinderen kunnen kijkend en lezend genieten van het Robinson-verhaal:
- de scheepsramp,
- de grot,
- invasie van de kannibalen,
- het vertrek,
- Afrika en India,
- China en Londen.
Een vierkant mini-boekje (10 pagina’s) van 9 cm uit Italië voor kinderen, een reclameboekje van Malto Kneipp (koffie).
Vier eenvoudige paginagrote tekeningen verduidelijken het verhaal.
Een Armeense vertaling uit 1962 kent afbeeldingen van de bekende Franse illustrator / karikaturist J.J. Grandville, pseudoniem voor Jean Ignace Isidore Gérard, 1803 – 1847.
De naam ‘Grandville’ was de professionele artiesten naam van zijn grootouders. Grandville ontving zijn eerste instructie voor het tekenen van zijn vader, een schilder van minia-turen. Eenentwintig jaar oud verhuist hij naar Parijs.
Robinson Crusoë illustreren is één van zijn grootste werken geweest.
Gelukkig blijft het oorspronkelijke verhaal tot op de dag van vandaag één van de meest gelezen boeken en is of wordt het in vele talen uitgegeven, bewerkt of herdrukt.
Lees het echter als een product van zijn tijd.
Bronnen
Clinge Doorenbos: ‘Robinson Crusoe, van Daniel Defoe. De kampioen in avonturen’.
De Telegraaf, zondag 26 april 1931.
August Hans den Boef: ‘Hoe Robinson Crusoe op geld uit door de wereld trok’.
De Volkskrant, vrijdag 4 maart 1983.
‘Die Insel von Robinson Crusoe’.
Bild, 17 november 1998.
Internet